Inleiding
1. Voordelen van een Moestuin
2. Tuinplan
2.1. Terrein
2.2. Grond & Bewerking
2.3. Materialen
2.3.A. Tuingereedschap
2.3.B. Pootgoed
2.3.C. Bebouwing
2.4. Wat te doen bij noodgevallen
3. Actie overzicht
4. Vrijwilligers van de Tuingroep
4.1. Taakverdeling
4.2. Oogstverdeling
4.3. stagiaires
5. Financieel overzicht
5.1. Sponsoren werven
5.2. Penningmeester
5.3. Donaties in materiaal & zaden
6. Relatie met de Voedselbank en andere ''Sociale Keukens''
7. Continuïteit en Toezicht
8. Toekomstvisie
9. Permacultuur
Epiloog
1. Voordelen van een Moestuin
2. Tuinplan
2.1. Terrein
2.2. Grond & Bewerking
2.3. Materialen
2.3.A. Tuingereedschap
2.3.B. Pootgoed
2.3.C. Bebouwing
2.4. Wat te doen bij noodgevallen
3. Actie overzicht
4. Vrijwilligers van de Tuingroep
4.1. Taakverdeling
4.2. Oogstverdeling
4.3. stagiaires
5. Financieel overzicht
5.1. Sponsoren werven
5.2. Penningmeester
5.3. Donaties in materiaal & zaden
6. Relatie met de Voedselbank en andere ''Sociale Keukens''
7. Continuïteit en Toezicht
8. Toekomstvisie
9. Permacultuur
Epiloog
1. Voordelen van een Moestuin
Het Project Moestuin-Oldambt heeft tot doel bij te dragen aan het verbeteren van de voedselsituatie van minima en aan een verbetering van de leefomgeving.
De buurt kan op de volgende punten verbeterd
Sociale cohesie: minima, medestanders, vrijwilligers en buren zijn samen aan het werk in de moestuin. Er ontstaat intensief contact doordat men zaden en groenten met elkaar kunnen ruilen / andere moestuin technieken kan aanleren. Op het terrein van de moestuin komt een ruimte waar bewoners kunnen uitrusten van het werk en koffie / thee kunnen drinken. Dit is een moment om zaken te bespreken die anders nooit besproken zouden worden. Eventueel kan dit bijdragen aan het voorkomen of vroegtijdig oplossen van conflicten in / met de buurt. Verantwoordelijkheid voor de leefomgeving: Doordat mede bewoners zich inzetten voor de moestuin, dragen zij de zorg voor de openbare ruimte. Er ontstaat een gevoel van samenhorigheid, waardoor er een grotere draagkracht is voor bijvoorbeeld schoonmaakacties. Kinderen uit de buurt vinden het over het algemeen leuk om in de tuin te werken, en worden op deze manier bezig gehouden.
Welzijn
De moestuin draagt bij aan het welzijn van de minima in de vorm van gezondheid en armoedebestrijding. In de moestuin hebben bewoners de mogelijkheid om verse groenten en aardappels verbouwen, wat een gezonde aanvulling is op het voedselpakket, en kosten bespaart in de voedselconsumptie. Daarbij zet het werken in de moestuin volwassenen en kinderen aan tot lichamelijke beweging in de buitenlucht. Op deze manier draagt een buurtmoestuin aan de bestrijding van armoede en obesitas.
Leerproces
Volwassenen en kinderen zien door te werken in de moestuin waar het voedsel vandaan komt en wat erbij komt kijken om gewassen te laten groeien. Dit soort kennis is niet vanzelfsprekend beschikbaar in een stad als Winschoten.
Biodiversiteit
De moestuin draagt bij aan de biodiversiteit. Er worden verschillende planten en bloemen geplant, die weer verschillende beestjes aantrekken. Hierdoor wordt het groen in de stad gevarieerder. Met Biologische, Ecologisch en vooral Permacultuur gewassen word dit effect verder versterkt.
Vermindering van food miles
Steeds meer voedsel wordt over de hele wereld getransporteerd, waardoor de uitstoot van broeikasgassen toeneemt. Door lokaal voedsel te produceren wordt dit verminderd, wat een belangrijke bijdrage is aan de verbetering van het milieu. Vermindering van afval: Door voedsel uit eigen tuin te eten vermindert de hoeveelheid benodigd verpakkingsmateriaal. Daarbij kan de kringloop gesloten worden, aangezien GFT - afval weer tot compost verwerkt kan worden om in de tuin te gebruiken.
Het Project Moestuin-Oldambt heeft tot doel bij te dragen aan het verbeteren van de voedselsituatie van minima en aan een verbetering van de leefomgeving.
De buurt kan op de volgende punten verbeterd
Sociale cohesie: minima, medestanders, vrijwilligers en buren zijn samen aan het werk in de moestuin. Er ontstaat intensief contact doordat men zaden en groenten met elkaar kunnen ruilen / andere moestuin technieken kan aanleren. Op het terrein van de moestuin komt een ruimte waar bewoners kunnen uitrusten van het werk en koffie / thee kunnen drinken. Dit is een moment om zaken te bespreken die anders nooit besproken zouden worden. Eventueel kan dit bijdragen aan het voorkomen of vroegtijdig oplossen van conflicten in / met de buurt. Verantwoordelijkheid voor de leefomgeving: Doordat mede bewoners zich inzetten voor de moestuin, dragen zij de zorg voor de openbare ruimte. Er ontstaat een gevoel van samenhorigheid, waardoor er een grotere draagkracht is voor bijvoorbeeld schoonmaakacties. Kinderen uit de buurt vinden het over het algemeen leuk om in de tuin te werken, en worden op deze manier bezig gehouden.
Welzijn
De moestuin draagt bij aan het welzijn van de minima in de vorm van gezondheid en armoedebestrijding. In de moestuin hebben bewoners de mogelijkheid om verse groenten en aardappels verbouwen, wat een gezonde aanvulling is op het voedselpakket, en kosten bespaart in de voedselconsumptie. Daarbij zet het werken in de moestuin volwassenen en kinderen aan tot lichamelijke beweging in de buitenlucht. Op deze manier draagt een buurtmoestuin aan de bestrijding van armoede en obesitas.
Leerproces
Volwassenen en kinderen zien door te werken in de moestuin waar het voedsel vandaan komt en wat erbij komt kijken om gewassen te laten groeien. Dit soort kennis is niet vanzelfsprekend beschikbaar in een stad als Winschoten.
Biodiversiteit
De moestuin draagt bij aan de biodiversiteit. Er worden verschillende planten en bloemen geplant, die weer verschillende beestjes aantrekken. Hierdoor wordt het groen in de stad gevarieerder. Met Biologische, Ecologisch en vooral Permacultuur gewassen word dit effect verder versterkt.
Vermindering van food miles
Steeds meer voedsel wordt over de hele wereld getransporteerd, waardoor de uitstoot van broeikasgassen toeneemt. Door lokaal voedsel te produceren wordt dit verminderd, wat een belangrijke bijdrage is aan de verbetering van het milieu. Vermindering van afval: Door voedsel uit eigen tuin te eten vermindert de hoeveelheid benodigd verpakkingsmateriaal. Daarbij kan de kringloop gesloten worden, aangezien GFT - afval weer tot compost verwerkt kan worden om in de tuin te gebruiken.
2. Tuinplan
Een collectief tuinplan maken is het eigenlijk het begin van een seizoen. Het is belangrijk dat alle deelnemers het eens zijn met dit plan. Neem dus de tijd om het plan, en de presentatie ervan, voor te bereiden. In een tuinplan worden de volgende zaken vastgelegd:
1. Waar is veel zon en waar is veel schaduw op het terrein?
2. Wat gaan we verbouwen? Groenten, bloemen, kruiden, fruit?
3. Waar komen de paden? Hoeveel ruimte nemen deze in beslag?
4. Worden het individuele of gemeenschappelijke percelen?
5. Hoe worden de percelen ingedeeld? Lijnrecht of met organische vormen?
6. Wat voor grond heb je en welke gewassen groeien daar goed?
7. Komen er bomen en struiken die gezamenlijk onderhoud nodig hebben?
8. Maak je een gezamenlijk teeltplan?
De afbeelding toont een voorbeeld van een tuinplan - hoe 1 en ander in de tuin komt te staan. De basis is eigenlijk goed: A,B,C en D kunnen de akkers voor de 4 jarige wisselteelt zijn. En kruiden die we waarschijnlijk ook gaan kweken vallen niet onder de wisselgewassen en zullen waarschijnlijk wel een eigen veld krijgen ook omdat een deel van de kruiden 2 of meerjarig zijn. Maar uiteraard zullen we het ontwerp moeten aanpassen aan het terrein dat we krijgen en dan onze akkers moeten maken.
Tuinplan - de 2e benadering
Zoals hiernaast staat is ook een poot/oogst schema een tuinplan.
We zullen zeker ook zo'n tuinplan maken. Zodat er op het juiste moment gezaaid en eventueel planten uitgedund en verpoot worden.
Deze schema's weet Ger wel te maken en wellicht is hier ook iemand anders toe bereid.
Een collectief tuinplan maken is het eigenlijk het begin van een seizoen. Het is belangrijk dat alle deelnemers het eens zijn met dit plan. Neem dus de tijd om het plan, en de presentatie ervan, voor te bereiden. In een tuinplan worden de volgende zaken vastgelegd:
1. Waar is veel zon en waar is veel schaduw op het terrein?
2. Wat gaan we verbouwen? Groenten, bloemen, kruiden, fruit?
3. Waar komen de paden? Hoeveel ruimte nemen deze in beslag?
4. Worden het individuele of gemeenschappelijke percelen?
5. Hoe worden de percelen ingedeeld? Lijnrecht of met organische vormen?
6. Wat voor grond heb je en welke gewassen groeien daar goed?
7. Komen er bomen en struiken die gezamenlijk onderhoud nodig hebben?
8. Maak je een gezamenlijk teeltplan?
De afbeelding toont een voorbeeld van een tuinplan - hoe 1 en ander in de tuin komt te staan. De basis is eigenlijk goed: A,B,C en D kunnen de akkers voor de 4 jarige wisselteelt zijn. En kruiden die we waarschijnlijk ook gaan kweken vallen niet onder de wisselgewassen en zullen waarschijnlijk wel een eigen veld krijgen ook omdat een deel van de kruiden 2 of meerjarig zijn. Maar uiteraard zullen we het ontwerp moeten aanpassen aan het terrein dat we krijgen en dan onze akkers moeten maken.
Tuinplan - de 2e benadering
Zoals hiernaast staat is ook een poot/oogst schema een tuinplan.
We zullen zeker ook zo'n tuinplan maken. Zodat er op het juiste moment gezaaid en eventueel planten uitgedund en verpoot worden.
Deze schema's weet Ger wel te maken en wellicht is hier ook iemand anders toe bereid.
2.1. Terrein (de locatie)
Voor het Moestuin-Oldambt project is de basis het terrein waar we op komen. Zonder terrein is het project gestorven voordat 1 radijsje uit de grond komt. Maar in het gesprek met wethouder Boon op 11 december 2013 met Ger lijkt dit geen onoverkomelijk probleem te zijn. Volgens wethouder Boon heeft de gemeente terrein beschikbaar en is zelf bereid meer te doen mits er maar een goed plan komt. Grond was er wel, men was bereid de grond zelfs voor te bereiden en er waren zelfs eventueel financieel middelen beschikbaar.
In eerste instantie willen wij gaan produceren voor de minima & vrijwilligers van het Moestuin-Oldambt project maar het doel is ook om extra groenten voor de Voedselbank Oldambt en de sociale keukens te produceren. Dan hebben heel wat terrein nodig : de voedselbank Oldambt heeft nu al 350 gezinnen die wekelijk langskomen en in totaal eten voor circa 800 mensen halen. Wij zullen wel moeten starten met wat we aan terrein, vrijwilligers en middelen in de beginfase hebben. Verder lijkt het dat door de actie´s van RTV Noord, `Het Glazen Huis in Winschoten van 5 radiozenders en `Rock de Regio` omstreeks Kerst er meer mensen naar de voedselbank te komen dus onze doelgroep is snel stijgend in aantal.
Nu is het eerste aanbod van wethouder Boon een stuk terrein op het industrie terrein van Eexta: daar is in elk geval terrein beschikbaar. Om het project van de grond af te krijgen hebben wij wel goede grond nodig zodat wij vanaf het eerste moment zichtbaar resultaat aan oogst krijgen. Dit stimuleert zeker de deelnemers.
Maar met een moestuin in Eexta kun je zeker niet verwachten dat dan mensen van de andere uitgifte punten als vrijwilliger komen. Uiteraard zijn de vrijwilligers op grotere afstand welkom maar laten we hopen dat we in een 2015 de moestuin kunnen uitbreiden met dependances die dan bij die andere uitgifte punten van de voedselbanken liggen. En het mooiste zou natuurlijk zijn dat een voedselbank uitgiftepunt een eigen tuin krijgt – de tuin kan dan zijn voorraden gelijk bij de het distributiepunt kwijt en het uitgiftepunt krijgt dan ook een extra functionaliteit – kantine voor de Moestuin-Oldambt vrijwilligers (Iets wat het dus al is voor de mensen van de voedselbank)
Als we starten met grond in Eexta voor de distributiepunten van Scheemda & Winschoten zal eerst bekeken moet worden of deze grond geschikt genoeg is voor een goede start van het project en dan zullen we dus ook als initiatiefgroep vrijwilligers moeten werven uit de afnemers van die uitgiftepunten.
Op basis van Permacultuur zal één en ander Biologisch / Ecologisch verbouwd gaan worden waardoor er geen kosten voor vergif en kunstmest gemaakt hoeven te worden. En indien één en ander op deze manier zou gebeuren zou één en ander ook educatieve / sociale toegevoegde waarden kunnen krijgen.
Terrein / Grond - 2e benadering
Om een moestuin op te zetten heb je ten eerste een terrein nodig. Het ideale terrein voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. Het ligt goed in het zicht van de deelnemende buurtbewoners voor sociale controle en ligt op een goed bereikbare afstand voor minima, medestanders en vrijwilligers.
2. Er is voldoende zon. Wel moet er wat schaduw zijn om te kunnen uitrusten op zonnige werkdagen.
3. Het ligt niet te dicht bij een weg, zodat de planten niet de slechte stoffen van de uitlaatgassen opnemen.
4. Het is mogelijk om er water aan te sluiten, of regenwater op te vangen of er is tenminste een vijver /sloot waaruit water bij droogte kan worden gehaald.
5. Er is ruimte om gereedschap te bewaren en het liefst is er ook een plekje om samen uit te rusten of te schuilen voor de regen.
6. Daarnaast is het belangrijk om te weten of de grond gebruikt kan worden om eetbare planten te laten groeien. Je kunt de gebruiksgeschiedenis van het terrein opvragen bij de gemeente.
Onderhandelen met de grondeigenaar
Vervolgens moet men uitzoeken van wie dit terrein is. Er zijn verschillende grondeigenaren waar men mee te maken kan krijgen. In alle gevallen zal men moeten onderhandelen over het plan met de eigenaar. Wil een eigenaar echt niet meewerken, geeft men het project niet op en gaat op zoek naar een ander terrein! Voor de fondsenaanvraag loont het wellicht een contract met de eigenaar te tekenen. Men verzekert zichzelf en het fonds waar je financiering van wilt ontvangen ervan dat je het terrein de periode die je voor ogen hebt daadwerkelijk kunt gebruiken.
Gemeente
Is het terrein wat je hebt gevonden van de gemeente? Neem in dit geval contact op met de gemeentelijke gebiedsmanager om je plan te bespreken. Op de site van de gemeente Oldambt (www.Gemeente-Oldambt.nl) kun je onder “wijken” per wijk de naam en het telefoonnummer van de lokale gebiedsmanager vinden. Hij of zij kan je adviseren over de werkbaarheid van het plan en aangeven hoe de gemeente erover denkt. Wellicht kan hij/zij je met bepaalde zaken ondersteunen, zoals het maken van een bord voor de buurtmoestuin, het plaatsen van een hek, of de grondbewerking. Vast staat, dat de gemeente Oldambt positief is over buurtmoestuinen en bereid is met je te overleggen, zolang je kunt aantonen dat je met de volgende zaken rekening houdt
1. Ten eerste moet er een organisatie (bijvoorbeeld een buurtvereniging of een maatschappelijke organisatie) worden opgezet of betrokken bij de buurtmoestuin, die garant staat voor het beheer op lange termijn. Veel buurtbewoners kunnen aanvankelijk enthousiast zijn, maar er na een paar maanden achter komen dat het toch veel werk kost en de tuintjes laten verwaarlozen. De gemeente ondersteunt de buurtmoestuin enkel als zij weet dat er een verantwoordelijke is die het terrein weer in oorspronkelijke staat zal herstellen, of op zoek zal gaan naar andere enthousiaste tuinders. Een buurtbewoner voldoet niet als eindverantwoordelijke, aangezien die kan verhuizen of andere interesses kan oppakken.
2. De gemeente heeft geen geld beschikbaar, financiering moet dus door de initiatiefnemers van de buurtmoestuin geregeld worden. Mogelijkheden hiervoor worden toegelicht in het hoofdstuk Externe Financiering. Soms kan de gemeente in goed overleg wel op een andere manier bijdragen, bijvoorbeeld door een bord te maken of hekken te plaatsen.
Woningbouwvereniging
Woningbouwverenigingen hebben baat bij een goed werkende buurtmoestuin, aangezien zij hierdoor in hun beheers- en onderhoudstaak worden verlicht. Heb je een stuk grond gevonden wat in bezit is van de woningbouwvereniging, bijvoorbeeld een gezamenlijke tuin of hof binnen een wooncomplex, neem dan contact op met de wijkconsulent van de betreffende woningbouwvereniging. Woningbouwverenigingen in Oldambt hebben voornamelijk grond in erfpacht bij de gemeente. Veldjes die bruikbaar zijn voor een buurtmoestuin blijven vaak volledig in het bezit van de gemeente. Wel is het mogelijk dat de woningbouwvereniging grond in pacht heeft waar zij in de toekomst wooncomplexen gaat ontwikkelen. De grond is dan tijdelijk beschikbaar voor een buurtmoestuin. Een tijdelijke buurtmoestuin heeft als voordeel dat mensen aan jouw project gebonden worden en dat je kan laten zien dat het een goed effect heeft voor de buurt, zodat je daarna met een goed getrainde tuingroep op zoek kan gaan naar een nieuw stuk grond. Wellicht is de woningbouwvereniging bereid hieraan bij te dragen.
Projectontwikkelaar of particulier
Probeer er ten eerste achter te komen wat de eigenaar voor plannen heeft met deze grond, en hoe lang de grond voor jouw project beschikbaar zal zijn. Benader je de eigenaar van de grond, benadruk dan de voordelen die de eigenaar kan halen uit jouw project. Is het een projectontwikkelaar die voorlopig niets doet met de grond, dan heeft hij er voordeel aan dat het stuk grond goed en netjes onderhouden wordt. Is het een particulier die rente betaalt voor de grond, dan kun je voorstellen de kosten deels te dekken door een deel van de oogst af te geven.
Voor het Moestuin-Oldambt project is de basis het terrein waar we op komen. Zonder terrein is het project gestorven voordat 1 radijsje uit de grond komt. Maar in het gesprek met wethouder Boon op 11 december 2013 met Ger lijkt dit geen onoverkomelijk probleem te zijn. Volgens wethouder Boon heeft de gemeente terrein beschikbaar en is zelf bereid meer te doen mits er maar een goed plan komt. Grond was er wel, men was bereid de grond zelfs voor te bereiden en er waren zelfs eventueel financieel middelen beschikbaar.
In eerste instantie willen wij gaan produceren voor de minima & vrijwilligers van het Moestuin-Oldambt project maar het doel is ook om extra groenten voor de Voedselbank Oldambt en de sociale keukens te produceren. Dan hebben heel wat terrein nodig : de voedselbank Oldambt heeft nu al 350 gezinnen die wekelijk langskomen en in totaal eten voor circa 800 mensen halen. Wij zullen wel moeten starten met wat we aan terrein, vrijwilligers en middelen in de beginfase hebben. Verder lijkt het dat door de actie´s van RTV Noord, `Het Glazen Huis in Winschoten van 5 radiozenders en `Rock de Regio` omstreeks Kerst er meer mensen naar de voedselbank te komen dus onze doelgroep is snel stijgend in aantal.
Nu is het eerste aanbod van wethouder Boon een stuk terrein op het industrie terrein van Eexta: daar is in elk geval terrein beschikbaar. Om het project van de grond af te krijgen hebben wij wel goede grond nodig zodat wij vanaf het eerste moment zichtbaar resultaat aan oogst krijgen. Dit stimuleert zeker de deelnemers.
Maar met een moestuin in Eexta kun je zeker niet verwachten dat dan mensen van de andere uitgifte punten als vrijwilliger komen. Uiteraard zijn de vrijwilligers op grotere afstand welkom maar laten we hopen dat we in een 2015 de moestuin kunnen uitbreiden met dependances die dan bij die andere uitgifte punten van de voedselbanken liggen. En het mooiste zou natuurlijk zijn dat een voedselbank uitgiftepunt een eigen tuin krijgt – de tuin kan dan zijn voorraden gelijk bij de het distributiepunt kwijt en het uitgiftepunt krijgt dan ook een extra functionaliteit – kantine voor de Moestuin-Oldambt vrijwilligers (Iets wat het dus al is voor de mensen van de voedselbank)
Als we starten met grond in Eexta voor de distributiepunten van Scheemda & Winschoten zal eerst bekeken moet worden of deze grond geschikt genoeg is voor een goede start van het project en dan zullen we dus ook als initiatiefgroep vrijwilligers moeten werven uit de afnemers van die uitgiftepunten.
Op basis van Permacultuur zal één en ander Biologisch / Ecologisch verbouwd gaan worden waardoor er geen kosten voor vergif en kunstmest gemaakt hoeven te worden. En indien één en ander op deze manier zou gebeuren zou één en ander ook educatieve / sociale toegevoegde waarden kunnen krijgen.
Terrein / Grond - 2e benadering
Om een moestuin op te zetten heb je ten eerste een terrein nodig. Het ideale terrein voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. Het ligt goed in het zicht van de deelnemende buurtbewoners voor sociale controle en ligt op een goed bereikbare afstand voor minima, medestanders en vrijwilligers.
2. Er is voldoende zon. Wel moet er wat schaduw zijn om te kunnen uitrusten op zonnige werkdagen.
3. Het ligt niet te dicht bij een weg, zodat de planten niet de slechte stoffen van de uitlaatgassen opnemen.
4. Het is mogelijk om er water aan te sluiten, of regenwater op te vangen of er is tenminste een vijver /sloot waaruit water bij droogte kan worden gehaald.
5. Er is ruimte om gereedschap te bewaren en het liefst is er ook een plekje om samen uit te rusten of te schuilen voor de regen.
6. Daarnaast is het belangrijk om te weten of de grond gebruikt kan worden om eetbare planten te laten groeien. Je kunt de gebruiksgeschiedenis van het terrein opvragen bij de gemeente.
Onderhandelen met de grondeigenaar
Vervolgens moet men uitzoeken van wie dit terrein is. Er zijn verschillende grondeigenaren waar men mee te maken kan krijgen. In alle gevallen zal men moeten onderhandelen over het plan met de eigenaar. Wil een eigenaar echt niet meewerken, geeft men het project niet op en gaat op zoek naar een ander terrein! Voor de fondsenaanvraag loont het wellicht een contract met de eigenaar te tekenen. Men verzekert zichzelf en het fonds waar je financiering van wilt ontvangen ervan dat je het terrein de periode die je voor ogen hebt daadwerkelijk kunt gebruiken.
Gemeente
Is het terrein wat je hebt gevonden van de gemeente? Neem in dit geval contact op met de gemeentelijke gebiedsmanager om je plan te bespreken. Op de site van de gemeente Oldambt (www.Gemeente-Oldambt.nl) kun je onder “wijken” per wijk de naam en het telefoonnummer van de lokale gebiedsmanager vinden. Hij of zij kan je adviseren over de werkbaarheid van het plan en aangeven hoe de gemeente erover denkt. Wellicht kan hij/zij je met bepaalde zaken ondersteunen, zoals het maken van een bord voor de buurtmoestuin, het plaatsen van een hek, of de grondbewerking. Vast staat, dat de gemeente Oldambt positief is over buurtmoestuinen en bereid is met je te overleggen, zolang je kunt aantonen dat je met de volgende zaken rekening houdt
1. Ten eerste moet er een organisatie (bijvoorbeeld een buurtvereniging of een maatschappelijke organisatie) worden opgezet of betrokken bij de buurtmoestuin, die garant staat voor het beheer op lange termijn. Veel buurtbewoners kunnen aanvankelijk enthousiast zijn, maar er na een paar maanden achter komen dat het toch veel werk kost en de tuintjes laten verwaarlozen. De gemeente ondersteunt de buurtmoestuin enkel als zij weet dat er een verantwoordelijke is die het terrein weer in oorspronkelijke staat zal herstellen, of op zoek zal gaan naar andere enthousiaste tuinders. Een buurtbewoner voldoet niet als eindverantwoordelijke, aangezien die kan verhuizen of andere interesses kan oppakken.
2. De gemeente heeft geen geld beschikbaar, financiering moet dus door de initiatiefnemers van de buurtmoestuin geregeld worden. Mogelijkheden hiervoor worden toegelicht in het hoofdstuk Externe Financiering. Soms kan de gemeente in goed overleg wel op een andere manier bijdragen, bijvoorbeeld door een bord te maken of hekken te plaatsen.
Woningbouwvereniging
Woningbouwverenigingen hebben baat bij een goed werkende buurtmoestuin, aangezien zij hierdoor in hun beheers- en onderhoudstaak worden verlicht. Heb je een stuk grond gevonden wat in bezit is van de woningbouwvereniging, bijvoorbeeld een gezamenlijke tuin of hof binnen een wooncomplex, neem dan contact op met de wijkconsulent van de betreffende woningbouwvereniging. Woningbouwverenigingen in Oldambt hebben voornamelijk grond in erfpacht bij de gemeente. Veldjes die bruikbaar zijn voor een buurtmoestuin blijven vaak volledig in het bezit van de gemeente. Wel is het mogelijk dat de woningbouwvereniging grond in pacht heeft waar zij in de toekomst wooncomplexen gaat ontwikkelen. De grond is dan tijdelijk beschikbaar voor een buurtmoestuin. Een tijdelijke buurtmoestuin heeft als voordeel dat mensen aan jouw project gebonden worden en dat je kan laten zien dat het een goed effect heeft voor de buurt, zodat je daarna met een goed getrainde tuingroep op zoek kan gaan naar een nieuw stuk grond. Wellicht is de woningbouwvereniging bereid hieraan bij te dragen.
Projectontwikkelaar of particulier
Probeer er ten eerste achter te komen wat de eigenaar voor plannen heeft met deze grond, en hoe lang de grond voor jouw project beschikbaar zal zijn. Benader je de eigenaar van de grond, benadruk dan de voordelen die de eigenaar kan halen uit jouw project. Is het een projectontwikkelaar die voorlopig niets doet met de grond, dan heeft hij er voordeel aan dat het stuk grond goed en netjes onderhouden wordt. Is het een particulier die rente betaalt voor de grond, dan kun je voorstellen de kosten deels te dekken door een deel van de oogst af te geven.
2.2. Grond & Bewerken
2.3. Materialen
2.3.A. Tuingereedschap
Dit proberen wij van particulieren, de kringloop en ook vanuit het bedrijfsleven te krijgen.
Verder hopen we eigenlijk dat sociale werkplaatsen en/of activiteitencentra ons defect gereedschap weer kunnen repareren maar wellicht is er een vrijwilliger die dit werk ook goed ligt.
We zullen geen grote aantallen gereedschap nodig hebben: een paar scheppen en een paar spitvorken zijn een goed aanvulling van elkaar. Ook een drietand en een schoffel zijn een aanvulling van elkaar.
Wel moeten we divers gereedschap hebben: de ene persoon lukt iets makkelijker dan een ander en daarbij is het juiste gereedschap ook van belang.
Dit proberen wij van particulieren, de kringloop en ook vanuit het bedrijfsleven te krijgen.
Verder hopen we eigenlijk dat sociale werkplaatsen en/of activiteitencentra ons defect gereedschap weer kunnen repareren maar wellicht is er een vrijwilliger die dit werk ook goed ligt.
We zullen geen grote aantallen gereedschap nodig hebben: een paar scheppen en een paar spitvorken zijn een goed aanvulling van elkaar. Ook een drietand en een schoffel zijn een aanvulling van elkaar.
Wel moeten we divers gereedschap hebben: de ene persoon lukt iets makkelijker dan een ander en daarbij is het juiste gereedschap ook van belang.
2.3.B. Pootgoed
Onder de noemer pootgoed hebben we zaden, bollen, knollen, uien, knoflooktenen, aardappelen en "jonge" planten verzameld.
Voor het grootste deel zullen wij onze planten uit zaden gaan kweken daar zaden het makkelijkst te bewaren zijn. Maar we zullen ook zeker meer dan zaden zetten. We zullen zeker ook aardappelen gaan poten en dit zal gezien dat we een 4 jarige wisselteelt gaan toepassen circa 1/4 van de moestuin bestrijken. We willen voor 2014 via bedrijven eigenlijk pootgoed zien gesponsord te krijgen: dit kan nieuw maar ook overjarig materiaal zijn, ook zouden we via zusterprojecten wellicht pootgoed kunnen krijgen en we zullen ook . Voor de jaren daarna willen we (grotendeels) zelfvoorzienend zijn: we zullen zelf zorgen voor pootgoed voor zover mogelijk.
Onder de noemer pootgoed hebben we zaden, bollen, knollen, uien, knoflooktenen, aardappelen en "jonge" planten verzameld.
Voor het grootste deel zullen wij onze planten uit zaden gaan kweken daar zaden het makkelijkst te bewaren zijn. Maar we zullen ook zeker meer dan zaden zetten. We zullen zeker ook aardappelen gaan poten en dit zal gezien dat we een 4 jarige wisselteelt gaan toepassen circa 1/4 van de moestuin bestrijken. We willen voor 2014 via bedrijven eigenlijk pootgoed zien gesponsord te krijgen: dit kan nieuw maar ook overjarig materiaal zijn, ook zouden we via zusterprojecten wellicht pootgoed kunnen krijgen en we zullen ook . Voor de jaren daarna willen we (grotendeels) zelfvoorzienend zijn: we zullen zelf zorgen voor pootgoed voor zover mogelijk.
2.3.C. Bebouwing
In de toekomst hopen wij meer dan een simpele moestuin te kunnen zijn en een kas te hebben waar wij meer kunnen verbouwen.
1. Netten om de oogst te kunnen beschermen – in een open veld zijn netten wel handig – in het busstation hangen er netten die vrijkomen bij de sloop van het gebouw.
2. Een gebouwtje waar we even kunnen zitten, het gereedschap veilig kan opgeborgen worden en met een toilet zou natuurlijk ook een goed ding zijn.
3. Een kas of een tunnelkas voor het voorkweken van planten zou ook heel handig zijn – indien we geen gebouwtje hebben zou dit in elk geval een plek kunnen zijn waar we kunnen schuilen en bij regen ook werkzaamheden kunnen doen.
4. Afhankelijk van de locatie zullen we wellicht ook een hek moeten hebben om ongedierte op afstand te houden. Eigenlijk wil ik proberen een open tuin te creëren maar dit is niet op elke locatie mogelijk.
5. Indien er wel voorzieningen aanwezig zijn begint dit complex ook bezoek waarde en educatiewaarde te krijgen dus daar kan ook eventueel rekening mee gehouden worden. Indien ik 1 persoon mee kan krijgen ben ik zeker bereid ook de Permacultuur landschap elementen te gaan plaatsen.
6. We zouden eventueel ook een opslag kunnen bouwen (als we een vaste locatie hebben) Vanuit eerder vermelde Permacultuur zijn er diverse ultra low-cost mogelijkheden waarmee we winter opslag mogelijk kunnen maken.
In de toekomst hopen wij meer dan een simpele moestuin te kunnen zijn en een kas te hebben waar wij meer kunnen verbouwen.
1. Netten om de oogst te kunnen beschermen – in een open veld zijn netten wel handig – in het busstation hangen er netten die vrijkomen bij de sloop van het gebouw.
2. Een gebouwtje waar we even kunnen zitten, het gereedschap veilig kan opgeborgen worden en met een toilet zou natuurlijk ook een goed ding zijn.
3. Een kas of een tunnelkas voor het voorkweken van planten zou ook heel handig zijn – indien we geen gebouwtje hebben zou dit in elk geval een plek kunnen zijn waar we kunnen schuilen en bij regen ook werkzaamheden kunnen doen.
4. Afhankelijk van de locatie zullen we wellicht ook een hek moeten hebben om ongedierte op afstand te houden. Eigenlijk wil ik proberen een open tuin te creëren maar dit is niet op elke locatie mogelijk.
5. Indien er wel voorzieningen aanwezig zijn begint dit complex ook bezoek waarde en educatiewaarde te krijgen dus daar kan ook eventueel rekening mee gehouden worden. Indien ik 1 persoon mee kan krijgen ben ik zeker bereid ook de Permacultuur landschap elementen te gaan plaatsen.
6. We zouden eventueel ook een opslag kunnen bouwen (als we een vaste locatie hebben) Vanuit eerder vermelde Permacultuur zijn er diverse ultra low-cost mogelijkheden waarmee we winter opslag mogelijk kunnen maken.
2.4. Wat te doen bij Noodgevallen
Per team moeten we zien een EHBO er te krijgen of met de Rode Kruis een regeling tot opleiding van mensen te krijgen : Koos legt het contact.
Per team moeten we zien een EHBO er te krijgen of met de Rode Kruis een regeling tot opleiding van mensen te krijgen : Koos legt het contact.
4. Vrijwilligers van de Tuingroep
Je werkt met een aantal mensen samen aan een project. Een begin vereiste is natuurlijk dat iedereen enthousiast is. Toch kan de mate van energie die mensen in de tuin willen steken verschillen. Ook de verwachtingen die mensen hebben van de tuin kan verschillen. Mensen werken op verschillende tijden, op een andere manier. Om conflicten te voorkomen, is het goed om een aantal zaken van te voren duidelijk te hebben:
Wat verwachten mensen van de tuin?
Mensen kunnen uiteenlopende verwachtingen hebben van een moestuin, bijvoorbeeld:
-experimenteren met verschillende tuintechnieken;
-ervaring opdoen met tuinieren om te zien of het bevalt;
-buren leren kennen en een plekje hebben om te zitten en te kletsen
En uiteraard ook simpel een plek om groente weg te halen
Probeer een overzicht te krijgen van de verwachtingen van de deelnemers en probeer het tuinplan en de taken hierop aan te passen.
Wat heeft de tuin te bieden?
Bepaalde dromen zijn niet te verwezenlijken, bijvoorbeeld door gebrek aan ruimte of financiering. Maak van tevoren duidelijk aan de deelnemers wat er wel en niet mogelijk is, zodat mensen weten waar ze aan beginnen. Maak ook duidelijk wat erbij komt kijken. Vraag je bijvoorbeeld een kleine financiële bijdrage van de deelnemers voor gemeenschappelijke kosten? Geef dit van tevoren aan.
Hebben mensen ervaring?
Het is zeker handig als een paar mensen ervaring hebben met tuinieren, zij kunnen andere deelnemers adviseren. Zorg dat iedereen weet wanneer deze mensen in de tuin zijn. Probeer desnoods een ervaren iemand te overtuigen af en toe op de tuin langs te komen om advies te geven.
Hoeveel tijd hebben mensen voor de tuin?
Sommige mensen hebben meer tijd en energie dan anderen. Als je dit bij voorbaat van elkaar weet, ontstaan hierover minder irritaties. Eventueel kun je een werkrooster maken, om van elkaar te weten wie wanneer in de tuin is. Vooral belangrijk zijn de vakantieperiodes: zorg ervoor dat niet iedereen op hetzelfde moment weg is.
Je werkt met een aantal mensen samen aan een project. Een begin vereiste is natuurlijk dat iedereen enthousiast is. Toch kan de mate van energie die mensen in de tuin willen steken verschillen. Ook de verwachtingen die mensen hebben van de tuin kan verschillen. Mensen werken op verschillende tijden, op een andere manier. Om conflicten te voorkomen, is het goed om een aantal zaken van te voren duidelijk te hebben:
Wat verwachten mensen van de tuin?
Mensen kunnen uiteenlopende verwachtingen hebben van een moestuin, bijvoorbeeld:
-experimenteren met verschillende tuintechnieken;
-ervaring opdoen met tuinieren om te zien of het bevalt;
-buren leren kennen en een plekje hebben om te zitten en te kletsen
En uiteraard ook simpel een plek om groente weg te halen
Probeer een overzicht te krijgen van de verwachtingen van de deelnemers en probeer het tuinplan en de taken hierop aan te passen.
Wat heeft de tuin te bieden?
Bepaalde dromen zijn niet te verwezenlijken, bijvoorbeeld door gebrek aan ruimte of financiering. Maak van tevoren duidelijk aan de deelnemers wat er wel en niet mogelijk is, zodat mensen weten waar ze aan beginnen. Maak ook duidelijk wat erbij komt kijken. Vraag je bijvoorbeeld een kleine financiële bijdrage van de deelnemers voor gemeenschappelijke kosten? Geef dit van tevoren aan.
Hebben mensen ervaring?
Het is zeker handig als een paar mensen ervaring hebben met tuinieren, zij kunnen andere deelnemers adviseren. Zorg dat iedereen weet wanneer deze mensen in de tuin zijn. Probeer desnoods een ervaren iemand te overtuigen af en toe op de tuin langs te komen om advies te geven.
Hoeveel tijd hebben mensen voor de tuin?
Sommige mensen hebben meer tijd en energie dan anderen. Als je dit bij voorbaat van elkaar weet, ontstaan hierover minder irritaties. Eventueel kun je een werkrooster maken, om van elkaar te weten wie wanneer in de tuin is. Vooral belangrijk zijn de vakantieperiodes: zorg ervoor dat niet iedereen op hetzelfde moment weg is.
4.1. Taakverdeling
Tuin medewerker
Als je bij ons op de tuin komt werken werk je in principe minimaal een halve mens-dag per werkdag, iedereen is welkom en onervaren mensen krijgen begeleiding, tuinwerker is een leerzame en belonende ervaring. Alle tuinwerkers hebben voorrang op de oogstverdeling.
Bestuurslid
Het Bestuur bestaat uit een Voorzitter, Penningmeester en een Vertegenwoordiger voor elke vaste ploeg, het bestuur bestaat om de continuïteit te behouden en de orde te handhaven.
Website Administrator (Admin)
Een Website Administrator houdt de website bij en date de informatie up.
''Baas van de dag''
De Baas van de dag doet de onderlinge grond- en oogstverdelingen van de tuinwerkers en andere vrijwilligers van de tuingroep. In principe is deze persoon een gekozen voorzitter of de eerste persoon die binnen komt. De Baas van de dag houdt alle aanwezige bij en schrijft alle taken van de vrijwilligers op en wat er is gebeurd.
E.H.B.O.'er
Op een moestuin kan er gans veel fout gaan, als er iets met één van de vrijwilligers fout gaat moet er altijd iemand aanwezig zijn om in te grijpen, natuurlijk krijgen alle vrijwilligers veiligheid instructies en hopen wij het aantal ongelukken beperk te houden.
Tuin medewerker
Als je bij ons op de tuin komt werken werk je in principe minimaal een halve mens-dag per werkdag, iedereen is welkom en onervaren mensen krijgen begeleiding, tuinwerker is een leerzame en belonende ervaring. Alle tuinwerkers hebben voorrang op de oogstverdeling.
Bestuurslid
Het Bestuur bestaat uit een Voorzitter, Penningmeester en een Vertegenwoordiger voor elke vaste ploeg, het bestuur bestaat om de continuïteit te behouden en de orde te handhaven.
Website Administrator (Admin)
Een Website Administrator houdt de website bij en date de informatie up.
''Baas van de dag''
De Baas van de dag doet de onderlinge grond- en oogstverdelingen van de tuinwerkers en andere vrijwilligers van de tuingroep. In principe is deze persoon een gekozen voorzitter of de eerste persoon die binnen komt. De Baas van de dag houdt alle aanwezige bij en schrijft alle taken van de vrijwilligers op en wat er is gebeurd.
E.H.B.O.'er
Op een moestuin kan er gans veel fout gaan, als er iets met één van de vrijwilligers fout gaat moet er altijd iemand aanwezig zijn om in te grijpen, natuurlijk krijgen alle vrijwilligers veiligheid instructies en hopen wij het aantal ongelukken beperk te houden.
4.2. Oogstverdeling
Het werk gaat rechtvaardig beloond worden. Ben je ½ dag aanwezig zal dat minder opleveren dan je een hele dag aanwezig bent. Ben je alleen tijdens de oogst aanwezig en niet tijdens het voorbereidende werk dan zal ook je rechtvaardigde deel minder zijn.
Werk moet niet noodzakelijker wijze werk op de tuin zijn: naast werk op de tuin is er administratie, website beheer, repareren van gereedschap en wat er ook maar aan werk is. Iemand die gereedschap vernield repareert zelf het gereedschap of compenseert dit. (Op een eigen tuin kost je het stukgaan van gereedschap ook geld of moet je het zelf repareren) De baas van de dag bepaald hierbij de redelijkheid en hierin zal ook het werkplan een richtlijn geven.
Naar mate men meer werk zal men dus meer recht op oogst krijgen. Oogst naar arbeid. Zolang men actief is in het gehele proces “verdient” men punten die men indien er oogst aanwezig is kan gebruiken om oogst te “kopen”. Iemand heeft pas rechten bij de verdeling nadat die minstens 5 maal 2 uur gewerkt heeft. Maar “kopen” kan hij net als een ander.
Als eerste basis voor het eerste jaar gaan we 100 % van het werk vergoeden met ca 50 % van de oogst – op deze wijze is er rechtvaardig te verdelen (we zullen dan in elk genoeg voldoende oogst hebben om het werk te vergoeden en de overproductie kan dan als extraatje dienen of kan naar de voedselbank of bijvoorbeeld organisaties met sociale keukens. Zoals de Baptistenkerk (soep op de vrijdag) & EG Immanuël (1 maal per maand een etentje) De Moestuin-Oldambt heeft ook een streven tot algemeen nut.
Punten van het eerste jaar zijn ook geldig in het 2e jaar.
porties maken
De baas van de dag bepaald wat er geoogst moet worden. Geoogst word wat er geoogst moet worden die week en dat moet wat verdeeld worden over eventueel meerdere oogstdagen. In elk geval wordt er (maandag &) donderdag geoogst en donderdags wordt er ook gekeken wat er naar de voedselbank en sociale keukens kan. De baas van de dag maakt porties. Hij maakt porties op basis van wat er die dag te oogsten is. In eerste instanties maakt hij porties zodat iets voor 1 of 2 personen een “normale” portie is en er genoeg is voor 1 ronde voor de vrijwilligers. En op basis van de portie grote 1 of 2 persoons krijgt het dus een waarde op basis van de marktprijs – dit bedrag word “verrekend” met de persoon die het kiest.
Het werk gaat rechtvaardig beloond worden. Ben je ½ dag aanwezig zal dat minder opleveren dan je een hele dag aanwezig bent. Ben je alleen tijdens de oogst aanwezig en niet tijdens het voorbereidende werk dan zal ook je rechtvaardigde deel minder zijn.
Werk moet niet noodzakelijker wijze werk op de tuin zijn: naast werk op de tuin is er administratie, website beheer, repareren van gereedschap en wat er ook maar aan werk is. Iemand die gereedschap vernield repareert zelf het gereedschap of compenseert dit. (Op een eigen tuin kost je het stukgaan van gereedschap ook geld of moet je het zelf repareren) De baas van de dag bepaald hierbij de redelijkheid en hierin zal ook het werkplan een richtlijn geven.
Naar mate men meer werk zal men dus meer recht op oogst krijgen. Oogst naar arbeid. Zolang men actief is in het gehele proces “verdient” men punten die men indien er oogst aanwezig is kan gebruiken om oogst te “kopen”. Iemand heeft pas rechten bij de verdeling nadat die minstens 5 maal 2 uur gewerkt heeft. Maar “kopen” kan hij net als een ander.
Als eerste basis voor het eerste jaar gaan we 100 % van het werk vergoeden met ca 50 % van de oogst – op deze wijze is er rechtvaardig te verdelen (we zullen dan in elk genoeg voldoende oogst hebben om het werk te vergoeden en de overproductie kan dan als extraatje dienen of kan naar de voedselbank of bijvoorbeeld organisaties met sociale keukens. Zoals de Baptistenkerk (soep op de vrijdag) & EG Immanuël (1 maal per maand een etentje) De Moestuin-Oldambt heeft ook een streven tot algemeen nut.
Punten van het eerste jaar zijn ook geldig in het 2e jaar.
porties maken
De baas van de dag bepaald wat er geoogst moet worden. Geoogst word wat er geoogst moet worden die week en dat moet wat verdeeld worden over eventueel meerdere oogstdagen. In elk geval wordt er (maandag &) donderdag geoogst en donderdags wordt er ook gekeken wat er naar de voedselbank en sociale keukens kan. De baas van de dag maakt porties. Hij maakt porties op basis van wat er die dag te oogsten is. In eerste instanties maakt hij porties zodat iets voor 1 of 2 personen een “normale” portie is en er genoeg is voor 1 ronde voor de vrijwilligers. En op basis van de portie grote 1 of 2 persoons krijgt het dus een waarde op basis van de marktprijs – dit bedrag word “verrekend” met de persoon die het kiest.
4.3. Stagiaires
We hebben een aanvraag bij de Campus
We hebben een aanvraag bij de Campus
5. Financieel Overzicht
We hebben een rij van fondsen / subsidies klaar staan maar het wachten is op de grond. En waarschijnlijk zijn er nog wel meer fondsen te werven.
Pootgoed hopen wij het eerste jaar vanuit het bedrijfsleven, van zusterorganisaties en wellicht zelfs van particulieren gedoneerd te krijgen maar wellicht zullen we dus aanvullend zaden moeten kopen. (We kunnen zelf zaden kweken voor volgende jaren)
Tuingereedschap proberen wij van particulieren, de kringloop en ook vanuit het bedrijfsleven te krijgen en hopen eigenlijk dat sociale werkplaatsen en activiteitencentra ons defect gereedschap weer kunnen repareren of wellicht is er een vrijwilliger die dit werk ligt maar ook daarbij zullen wij de tekorten aan gereedschap met geld moeten kopen.
Verder zullen we een onderdak moeten zien te krijgen maar een grote groep zullen we niet hoeven zijn: Wel is het dan natuurlijk leuk om een kopje koffie of thee te kunnen krijgen en ook zoiets kost geld. (Zowel het onderdak als de koffie als thee als waaruit word gedronken)
Verder zal er ook waarschijnlijk iets aan sanitair moeten zijn/komen. En zelfs het schoonmaken daarvan kost iets.
We hebben een rij van fondsen / subsidies klaar staan maar het wachten is op de grond. En waarschijnlijk zijn er nog wel meer fondsen te werven.
Pootgoed hopen wij het eerste jaar vanuit het bedrijfsleven, van zusterorganisaties en wellicht zelfs van particulieren gedoneerd te krijgen maar wellicht zullen we dus aanvullend zaden moeten kopen. (We kunnen zelf zaden kweken voor volgende jaren)
Tuingereedschap proberen wij van particulieren, de kringloop en ook vanuit het bedrijfsleven te krijgen en hopen eigenlijk dat sociale werkplaatsen en activiteitencentra ons defect gereedschap weer kunnen repareren of wellicht is er een vrijwilliger die dit werk ligt maar ook daarbij zullen wij de tekorten aan gereedschap met geld moeten kopen.
Verder zullen we een onderdak moeten zien te krijgen maar een grote groep zullen we niet hoeven zijn: Wel is het dan natuurlijk leuk om een kopje koffie of thee te kunnen krijgen en ook zoiets kost geld. (Zowel het onderdak als de koffie als thee als waaruit word gedronken)
Verder zal er ook waarschijnlijk iets aan sanitair moeten zijn/komen. En zelfs het schoonmaken daarvan kost iets.
5.1. Sponsoren Werven.
Inkomsten bestaan uit:
Uitgaven
Als ondersteuning van je financiële plan volgt hier een lijst met kosten waar je rekening mee moet houden. De grootte van het startbedrag hangt ervan af of je alles nieuw koopt of via - via probeert te regelen, het hangt van de kwaliteit van je grond af, de grootte van je tuin, van het aantal planten en van de soort plantjes die je wilt aanschaffen. Reken ten minste op een bedrag van 500€. Voorzie uitgaven voor:
Uiteraard zullen we de kosten laag moeten houden: we willen een ondersteuning van de minima zijn en daarbij hoort zeker geen "royale hand".
Inkomsten bestaan uit:
- Financiële bijdrage van de deelnemers - Door van iedere deelnemer een gelijke bijdrage te vragen, voorkom je dat een deelnemers in hun eentje voor de kosten opdraait. In principe is dit niet de bedoeling: maar het kan zijn dat wellicht ook mensen die graag een moestuin willen hebben ook willen meedoen en dan lijkt mij een bijdrage rechtvaardig om niet te concurreren met andere moestuinen.
- Fondsen en sponsoren - Het vinden van externe financiering voor het project heeft verschillende voordelen: Er kunnen betere of meer materiaal aanschaft worden, waardoor er meer mogelijk wordt in de tuin. Externe financiering vergemakkelijkt gezamenlijke aankopen voor de tuin, aangezien het geld hier speciaal voor bedoeld is. Het project krijgt meer draagvlak bij partijen zoals de gemeente als het ondersteund wordt door een erkend fonds. Andere fondsen sluiten zich sneller bij je project aan als er al een fonds heeft toegezegd. Er zijn verschillende manieren om aan externe financiering te komen: Je kunt lokale bedrijven als sponsors voor je project winnen. Bedrijven sponsoren over het algemeen liever met materiaal dan met geld. Het zal dus makkelijker zijn sponsoring te vinden onder tuinkwekerijen en tuincentra dan onder supermarkten. Er zijn verschillende gemeentelijke subsidies ter ondersteuning van burgerinitiatieven waar je aanspraak op kunt doen. Deze subsidies zijn aan verandering onderhevig, daarom verwijs ik hiervoor naar de subsidiewijzer op de site van de gemeente Oldambt: www.Oldambt.nl >wonen>subsidies> subsidiewijzer
- Fondsen - Tenslotte zijn er een aantal fondsen die je kunt aanschrijven. Hieronder een overzicht van fondsen waar het initiatief en de doel van een moestuin op kunnen aansluiten (ook deze zijn aan verandering onderhevig!). Bekijk bij het aanschrijven van fondsen de criteria waarop het betreffende fonds zijn projecten selecteert. Pas je projectplan hierop aan. Oranjefonds, Rabobank Foundation, de lokale Rabobank en VSB fonds zijn zeker aandacht waard.
Uitgaven
Als ondersteuning van je financiële plan volgt hier een lijst met kosten waar je rekening mee moet houden. De grootte van het startbedrag hangt ervan af of je alles nieuw koopt of via - via probeert te regelen, het hangt van de kwaliteit van je grond af, de grootte van je tuin, van het aantal planten en van de soort plantjes die je wilt aanschaffen. Reken ten minste op een bedrag van 500€. Voorzie uitgaven voor:
- Grondbewerking
- Gereedschap
- Mest
- Pootgoed (zaden, ....., en plantjes
- Boomschors of houtsnippers voor de paden
- Regenton en compostbakken
- Huur aanhangwagen voor het ophalen van materiaal
- Verzorgen van lunch en drankjes bij vrijwilligersdag, opening of open tuindag
- Onvoorziene kosten- Er zullen altijd kosten bijkomen waar je niet op had gerekend!
Uiteraard zullen we de kosten laag moeten houden: we willen een ondersteuning van de minima zijn en daarbij hoort zeker geen "royale hand".
5.2. Penningmeester
Op dit moment nog niet relevant - we hebben nog geen cent te makken :) Alles aan geld word publiek op de site verantwoord.
Onze toekomstige Penningmeester(es) zal alle gegevens openbaar stellen op een speciale pagina van onze website waar al onze donateurs en sponsoren kunnen zien wat 'r met hun geld, goederen en zaden gebeuren, wij staan principieel achter volledige openheid. De ''administrator/controleur van de dag'' zal al hun informatie doorgeven en openbaar stellen.
Op dit moment nog niet relevant - we hebben nog geen cent te makken :) Alles aan geld word publiek op de site verantwoord.
Onze toekomstige Penningmeester(es) zal alle gegevens openbaar stellen op een speciale pagina van onze website waar al onze donateurs en sponsoren kunnen zien wat 'r met hun geld, goederen en zaden gebeuren, wij staan principieel achter volledige openheid. De ''administrator/controleur van de dag'' zal al hun informatie doorgeven en openbaar stellen.
5.3. Donaties in Materiaal & Zaden
Via diverse milieugroeperingen hebben we al het nodige aan toezeggingen maar we moeten deze toezeggingen zodra we grond hebben. Ook proberen we via Tuincentra dit te regelen.
Via diverse milieugroeperingen hebben we al het nodige aan toezeggingen maar we moeten deze toezeggingen zodra we grond hebben. Ook proberen we via Tuincentra dit te regelen.
6. Relatie met de Voedselbank en andere ''Sociale Keukens''
7. Continuïteit en Toezicht
Wie met een nieuw idee of initiatief komt, krijgt regelmatig te maken met negatieve reacties en doemdenkers. Hoewel eventuele problemen geen reden zijn om het project op te geven, is het goed te weten dat het zou kunnen gebeuren om mogelijke maatregelen te treffen.
Vandalisme en diefstal
Een vrij toegankelijke moestuin in de publieke ruimte kan verveelde voorbijgangers uitnodigen om dingen kapot te maken of om de met liefde gekweekte rode kool weg te oogsten. Ervaringen met moestuinen melden dat dit opvallend weinig gebeurt, juist omdat de tuin zo toegankelijk is. Toch is het handig om een hek of een natuurlijke begrenzing om de moestuin te zetten die voor een afscheiding zorgt, zodat de bal er niet voortdurend binnenrolt en zodat mensen wel beseffen dat er een project gaande is in de tuin. Door een veld te kiezen dat goed in het zicht ligt van de deelnemende buurtbewoners wordt de kans op vandalisme of diefstal verkleind.
Verwaarlozing
Het gevaar van een moestuin is dat buurtbewoners die enthousiast en gemotiveerd beginnen het na een mislukte oogst opgeven en de tuin laten verwaarlozen. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden bij het opzetten van de moestuin en maatregelen te treffen om dit te voorkomen. Een hulpmiddel hierbij is de Continuïteitschecklist op de volgende pagina.
Continuïteitschecklist
Het afvinken van deze checklist vergt net iets meer organisatie, voordat je lekker in de tuin aan de slag kan. Deze moeite wordt ruim beloond, want je project heeft uiteindelijk meer kans op slagen.
De volgende punten zijn niet van essentieel belang, maar zullen zeker bijdragen aan de continuïteit van de tuin:
Wie met een nieuw idee of initiatief komt, krijgt regelmatig te maken met negatieve reacties en doemdenkers. Hoewel eventuele problemen geen reden zijn om het project op te geven, is het goed te weten dat het zou kunnen gebeuren om mogelijke maatregelen te treffen.
Vandalisme en diefstal
Een vrij toegankelijke moestuin in de publieke ruimte kan verveelde voorbijgangers uitnodigen om dingen kapot te maken of om de met liefde gekweekte rode kool weg te oogsten. Ervaringen met moestuinen melden dat dit opvallend weinig gebeurt, juist omdat de tuin zo toegankelijk is. Toch is het handig om een hek of een natuurlijke begrenzing om de moestuin te zetten die voor een afscheiding zorgt, zodat de bal er niet voortdurend binnenrolt en zodat mensen wel beseffen dat er een project gaande is in de tuin. Door een veld te kiezen dat goed in het zicht ligt van de deelnemende buurtbewoners wordt de kans op vandalisme of diefstal verkleind.
Verwaarlozing
Het gevaar van een moestuin is dat buurtbewoners die enthousiast en gemotiveerd beginnen het na een mislukte oogst opgeven en de tuin laten verwaarlozen. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden bij het opzetten van de moestuin en maatregelen te treffen om dit te voorkomen. Een hulpmiddel hierbij is de Continuïteitschecklist op de volgende pagina.
Continuïteitschecklist
Het afvinken van deze checklist vergt net iets meer organisatie, voordat je lekker in de tuin aan de slag kan. Deze moeite wordt ruim beloond, want je project heeft uiteindelijk meer kans op slagen.
- Zijn er een of meerdere personen die dit project willen trekken? Voor ieder project heb je kartrekkers nodig, die zorgen dat de organisatie goed verloopt en die de rest van de groep tot actie aanzetten.
- Is er een organisatie die de coördinatie en het beheer van de tuin regelt? Deze organisatie kan een tuin- of buurtvereniging zijn, maar ook een externe organisatie.
- Richt je een eigen vereniging op, verdeel dan de volgende taken: Contactpersoon: onderhoudt contact met externen, bemiddelt bij conflicten onder de deelnemers. Penningmeester: beheert de gemeenschappelijke rekening. Materiaalbeheerder: houdt het gereedschap in de gaten, repareert of vervangt wat kwijt of kapot is.
- In het ergste geval zorgt de organisatie ervoor dat het terrein weer in oorspronkelijke staathersteld wordt.
- Is er voldoende moestuin kennis aanwezig?Het helpt als er ervaren moes tuiniers beschikbaar zijn die door middel van advies kunnen ondersteunen. Bij de volkstuinen zijn mensen te vinden met veel ervaring en die tijd over hebben en het leuk vinden om af en toe een middagje op de tuin aanwezig te zijn en mensen te adviseren.
- Is er een aflossysteem opgezet voor de vakantieperiode? In de vakantieperiode moeten groenten geoogst worden en onkruid gewied. Niet iedereen kan dus tegelijkertijd op vakantie, of er moet vervanging gevonden worden.
- Is er een plek op de tuin waar de mensen kunnen uitrusten, of kunnen schuilen als het regent? Als er een gemeenschappelijk terras is leren de buurtbewoners elkaar beter kennen en ontstaat er een goeie sfeer op de moestuin. Dit maakt het aantrekkelijker om erin te werken, en mensen kunnen elkaar erop aanspreken als iemand zijn tuin niet goed onderhoudt.
De volgende punten zijn niet van essentieel belang, maar zullen zeker bijdragen aan de continuïteit van de tuin:
- Samen activiteiten organiseren draagt bij aan het groepsgevoel, wat een goeie communicatie bevordert. De GGD is wellicht bereid om speciale diëtisten uit te nodigen om kookworkshops te organiseren, bijvoorbeeld over vergeten groenten.
- Ook kun je een oogstfeest organiseren voor de buurt.
- Tenslotte kan het ter motivatie dienen als een deel van de gekweekte groenten, fruit, kruiden of eventueel bloemen regelmatig aan een activiteit in de buurt gedoneerd worden. Bijvoorbeeld aan het buurtrestaurant of aan kooklessen in het nabije buurthuis.
8. Toekomstvisie
Aangezien wij minima als de paria’s van de maatschappij steeds minder moeten gaan vertrouwen op de maatschappij moeten wij blijkbaar gaan om denken. Wij kunnen ons eigen eten zien te verbouwen en de maatschappij moeten wij gaan zien als de leverancier van noodzakelijk geld zodat we minstens een dak boven ons hoofd houden en met de nodige huishoudelijke voorzieningen en de voedselbank moeten wij gaan zien als leverancier van extraatjes daar de maatschappij ons onvoldoende middelen geeft. Simpel in tussentijd hopen op een wonder en erop vertrouwen dat het wel weer beter word moet men simpel niet doen. Wij moeten zelf wat doen en dus is dit initiatief daarmee dus een goed ding. Wij zouden in het Oldambt structureel aan de gang moeten gaan en zorgen dat wij grond krijgen waarop wij voldoende groente en aardappelen kunnen verbouwen.
Verder zouden wij moeten zorgen dat buiten de moestuin de bomen die gepoot worden in allerlei gebieden fruit en noten bomen worden die onder beheer komen van ons. Wat hebben wij aan eikenbomen die men overal plant – wij zijn toch geen eekhoorns! De politiek moet leren dat ze voor de bevolking moet zorgen en dat het ook op een andere manier kan. Het verhaaltjes van sommige politici dat een voedselbank en waarschijnlijk dus ook dit initiatief niet nodig is gewoon achterhaald.
Alleen al in het Oldambt zijn er nu begin 2014 wij nu al 350 gezinnen (800 mensen!) die bij de voedselbank lopen en dit is slecht een deel van de mensen in de problemen. Niet iedereen overwint de drempel om naar de voedselbank te gaan en ook niet iedereen komt in aanmerking voor de voedselbank. Wij zouden dan in een verdere fase ook eigenlijk geen eilandje moeten zijn waar slechts groente en fruit word verbouwd maar waar ook waar het voedsel (met de voedselbank?) gedistribueerd word. Ook daar moeten wij zelf toe in staat zijn en daarom zullen we ook in eerste instantie voedsel voor onszelf produceren. Op dat moment hebben wij een voedselbank van onszelf en is er ook eigenlijk geen drempel meer om naar een voedselbank te gaan: je gaat naar een organisatie waar je zelf aan gaat deelnemen in plaats dat je slechts een cliënt van de voedselbank bent. Dus zouden wij een low-cost opslag moeten zien te creëren waar wij low-cost ook grote hoeveelheden duurzame groenten en fruit kunnen opslaan. Verder moeten we zien dat we onszelf ook in de vrijwilligers organisaties die ons helpen vertegenwoordigen (de Voedselbank, het Leger des Heils, Immanuël, Baptisten Kerk)
Wij zijn nu cliënten maar moeten zien dat niet over ons heen wat geregeld maar dat ze met ons wat regelen (en gegarandeerd zitten in die organisaties al mensen die ook minima zijn dus eigenlijk zijn we al vertegenwoordigd ) en als optie gaan we dit zelf (met de organisaties) regelen want hulp die we kunnen krijgen moeten we zeker accepteren. Iets anders ligt het ten aanzien van dienst sociale zaken, bewindvoerders en geestelijke bijstand: dezen regelen onze zaken en eten ook ons geld! Dit zijn zeker geen vrijwilligers maar mensen die van onze armoede leven en persoonlijk vraag ik mij af of de maatschappij niet goedkoper af is of het geld dat de maatschappij aan deze mensen geeft niet beter aan direct ons kan geven. In veel gevallen hebben we maar een klein beetje extra geld nodig en we zijn uit de financiële en daarmee ook uit de geestelijke zorgen. Deze organisaties moeten leren er voor ons te zijn en niet alles voor ons proberen te regelen en daarmee veel duurder te worden dan voor ons nodig is.
Aangezien wij minima als de paria’s van de maatschappij steeds minder moeten gaan vertrouwen op de maatschappij moeten wij blijkbaar gaan om denken. Wij kunnen ons eigen eten zien te verbouwen en de maatschappij moeten wij gaan zien als de leverancier van noodzakelijk geld zodat we minstens een dak boven ons hoofd houden en met de nodige huishoudelijke voorzieningen en de voedselbank moeten wij gaan zien als leverancier van extraatjes daar de maatschappij ons onvoldoende middelen geeft. Simpel in tussentijd hopen op een wonder en erop vertrouwen dat het wel weer beter word moet men simpel niet doen. Wij moeten zelf wat doen en dus is dit initiatief daarmee dus een goed ding. Wij zouden in het Oldambt structureel aan de gang moeten gaan en zorgen dat wij grond krijgen waarop wij voldoende groente en aardappelen kunnen verbouwen.
Verder zouden wij moeten zorgen dat buiten de moestuin de bomen die gepoot worden in allerlei gebieden fruit en noten bomen worden die onder beheer komen van ons. Wat hebben wij aan eikenbomen die men overal plant – wij zijn toch geen eekhoorns! De politiek moet leren dat ze voor de bevolking moet zorgen en dat het ook op een andere manier kan. Het verhaaltjes van sommige politici dat een voedselbank en waarschijnlijk dus ook dit initiatief niet nodig is gewoon achterhaald.
Alleen al in het Oldambt zijn er nu begin 2014 wij nu al 350 gezinnen (800 mensen!) die bij de voedselbank lopen en dit is slecht een deel van de mensen in de problemen. Niet iedereen overwint de drempel om naar de voedselbank te gaan en ook niet iedereen komt in aanmerking voor de voedselbank. Wij zouden dan in een verdere fase ook eigenlijk geen eilandje moeten zijn waar slechts groente en fruit word verbouwd maar waar ook waar het voedsel (met de voedselbank?) gedistribueerd word. Ook daar moeten wij zelf toe in staat zijn en daarom zullen we ook in eerste instantie voedsel voor onszelf produceren. Op dat moment hebben wij een voedselbank van onszelf en is er ook eigenlijk geen drempel meer om naar een voedselbank te gaan: je gaat naar een organisatie waar je zelf aan gaat deelnemen in plaats dat je slechts een cliënt van de voedselbank bent. Dus zouden wij een low-cost opslag moeten zien te creëren waar wij low-cost ook grote hoeveelheden duurzame groenten en fruit kunnen opslaan. Verder moeten we zien dat we onszelf ook in de vrijwilligers organisaties die ons helpen vertegenwoordigen (de Voedselbank, het Leger des Heils, Immanuël, Baptisten Kerk)
Wij zijn nu cliënten maar moeten zien dat niet over ons heen wat geregeld maar dat ze met ons wat regelen (en gegarandeerd zitten in die organisaties al mensen die ook minima zijn dus eigenlijk zijn we al vertegenwoordigd ) en als optie gaan we dit zelf (met de organisaties) regelen want hulp die we kunnen krijgen moeten we zeker accepteren. Iets anders ligt het ten aanzien van dienst sociale zaken, bewindvoerders en geestelijke bijstand: dezen regelen onze zaken en eten ook ons geld! Dit zijn zeker geen vrijwilligers maar mensen die van onze armoede leven en persoonlijk vraag ik mij af of de maatschappij niet goedkoper af is of het geld dat de maatschappij aan deze mensen geeft niet beter aan direct ons kan geven. In veel gevallen hebben we maar een klein beetje extra geld nodig en we zijn uit de financiële en daarmee ook uit de geestelijke zorgen. Deze organisaties moeten leren er voor ons te zijn en niet alles voor ons proberen te regelen en daarmee veel duurder te worden dan voor ons nodig is.
9. Permacultuur
Epigool